janique.reismee.nl

Afzien en mercados

Zondag zijn Tamara en ik de kippenbus naar Masaya ingesprongen, waar we twee markten hebben bezocht. De twee markten zijn de Mercado Municipal Ernesto Fernández en de Mercado Viejo. Op de Mercado Viejo (oude markt) waren onder andere kunstwerken, kleurrijke hangmatten en mooie souvenirtjes te koop. We moesten wel onze troepfilters aanzetten, wat een zooitje! Overal staan kleine houte kraampjes waar allerlei koopwaar op uitgestald staat. De andere markt is groter en nog veel chaotischer dan de Mercado Viejo. Vleeswaren, sandalen, tassen, noem het maar op. Zeker leuk om even gezien te hebben, maar we werden wel een beetje kriebelig van de chaos. Voordat de bus naar onze volgende bestemming vertrok, moesten we ongeveer een kwartiertje wachten. In die tijd zijn er zo'n 30 mensen door de bus heengelopen om dingen te verkopen, vooral snacks en drankjes. Ze verkopen hier zelfs zakjes drinken, gewoon een plastic boterhamzakjes met bijvoorbeeld water en ijs.

We werden afgezet in het plaatsje Catarina, één van de Pueblos Blancos, Witte Dorpen. Een regio bestaand uit meerdere kleine, charmante dorpjes. Ze ontvingen de naam Pueblos Blancos, omdat veel gebouwen en straten gebouwd werden met een combinatie van vulkanisch gesteente, water en kalksteen. Dat gaf hen een krijtachtige-witte kleur. Helaas zijn de meeste gebouwen sindsdien geschilderd, maar de dorpen zijn nog steeds een bezoekje waard. Elk dorp is namelijk gewijd aan interessante ambachtelijke activiteiten, zoals het maken van hangmatten, meubels, stenen beelden etc. We namen een tuktuk naar el mirador de Catarina, een uitzichtpunt met een mooi uitzicht over Laguna de Apoyo, het prachtige kratermeer waaraan we die week een keertje hadden overnacht. De busrit terug naar ons hostel in Granada was zoals gewoonlijk een avontuur. 's Avonds zijn we lekker uit eten geweest, want zondagavond was voorlopig alweer ons laatste avondje in Granada. Voorlopig, want samen met wat mensen uit Turrialba, Puerto Viejo en Bocas del Toro gaan we daar volgende week Koninginnedag vieren!

In het donker kwamen we maandagavond aan op Isla de Ometepe, een vulkanisch eiland van 276 kilometer in omvang, in het meer van Nicaragua. Ometepe wordt gevormd door twee vulkanen, de Concepción en de Maderas. Het hostel waar we wilden verblijven zou ongeveer honderd meter van de bootdock zijn, maar er zijn meerdere bootdocks op dit eiland en dat betekende dat we nog ongeveer een half uur in een shuttle busje moesten zitten. Best spookachtig, zo'n groot, donker, vulkanisch eiland. We belandden uiteindelijk met een Australiër, twee Amerikanen en een Nederlander in het hostel aan de overkant van het hostel waar we in eerste instantie wilden verblijven. Dit hostel was namelijk een dollar goedkoper, dus voor zes dollar hadden we een privékamer met privébadkamer én airconditioning, halleluja! We hebben met zijn zessen ergens gegeten en enorm gelachen. Eén van de Amerikanen had namelijk in zijn beste Spaans een hamburger besteld. Wat hij op zijn bord kreeg was een hamburgerbroodje met alleen kaas en tomaat haha oftewel een hambuger zonder hamburger! Na deze faal maakten we een plan voor de dag erna, we wilden één van de twee vulkanen beklimmen. Het was al laat, dus het zou lastig worden om nog iets te regelen, maar gelukkig kwamen we op de terugweg naar ons hostel een gids tegen. Hij zou de dag erna vulkaan Concepción gaan beklimmen met nog twee anderen. Vulkaan Concepción is 1610 meter hoog en hoger dan de andere vulkaan op het eiland. We hadden gehoord dat het een klim van tien tot twaalf uur zou zijn, maar volgens onze gids zou het maar zeven tot acht uur duren. Volgens hem was het makkelijker om de hoogste vulkaan te beklimmen, vanwege de weersomstandigheden. We zijn na de klim tot de conclusie gekomen dat deze man niet goed is..

Dinsdagochtend om zeven uur zouden Tamara, de andere Nederlander, de Australiër, twee onbekende mensen, de gids en ik de bus pakken naar het beginpunt. De twee onbekende mensen zaten rond deze tijd echter nog rustig te ontbijten, dus voordat we begonnen was het al acht uur. Vanaf het punt waar we de bus uitstapten moesten we ongeveer anderhalve kilometer lopen naar de voet van de vulkaan en daar begon de klim. Het eerste deel liepen we door de jungle vol met brulaapjes en op een paar honderd meter hoogte waren we er wel een beetje klaar mee. Ik had vier liter water mee en ik heb die dag maar één keer hoeven plassen, de rest hebben we er allemaal uitgezweet! Het duurde een eeuwigheid voordat we de boomgrens bereikte. Vanaf daar was de top nog 'maar' 600 meter hoger. Het uitzicht was prachtig. We konden de rest van de middag blijven liggen in het zonnetje en genieten van het uitzicht of toch nog het laatste en steilste stuk beklimmen. Tamara en ik zijn echte doorzetters, dus we besloten het tweede te doen, we zijn gek.

De jungle ging over in rotsen en puin. Het werd gevaarlijk steil. Op handen en voeten klommen we naar boven. Soms moest ik tien keer m'n voet verplaatsen en naar verschillende stenen grijpen voordat ik een fatsoenlijke stap kon zetten. Het was ook geen pretje om tussen mijn benen door naar beneden te kijken. Ik heb geen last van hoogtevrees, maar dit was nog enger dan de Mega Tarzan Swing. Er kwam geen einde aan. De voor ons zichtbare top, was namelijk niet de top.

Na vijf uur afzien hadden we dan eindelijk de top bereikt. Vanaf de rand konden we de steenachtige binnenkant van de krater bekijken. Er kwam warme, zwavelachtige lucht omhoog en daarnaast hadden we een 360-graden uitzicht. Echt genieten van het uitzicht konden we niet, want het idee dat we ook weer naar beneden moesten was angstaanjagend. Het zou een hell worden en niets was minder waar. Super vaak ben ik uitgegleden in het grind en daar heb ik een paar lelijke schaafwonden en een trauma aan overgehouden. Maar goed, er was maar één manier om beneden te komen. Helikopters kennen ze hier namelijk niet. De terugweg was misschien nog erger dan de heenweg.

Volgens onze gids zouden we in totaal zeven tot acht uur onderweg zijn, maar tegen de tijd dat we de boomgrens weer bereikten was het al bijna 17:00. Vanaf daar zou het nog ongeveer drie uur duren om beneden te komen, dat betekende dat we niet voor het donker terug zouden zijn. We probeerden snel te lopen, maar Tamara had haar enkel verzwikt en alles deed pijn, dus dat was bijna onmogelijk. Toen het al pikdonker was kwamen aan bij de voet van de vulkaan en vanaf daar moesten we nog ongeveer een uur door de jungle naar de bewoonde wereld, waar we de bus terug naar ons hostel zouden pakken. Tamara en ik waren het toen wel een beetje zat, onze gids had namelijk niet eens een zaklamp mee en we waren niet van plan om nog vaker onderuit te gaan. We hebben hem gedwongen om iets te regelen en uiteindelijk regelde hij twee motoren om ons op te halen.

Ik ben er nog niet helemaal uit of het de moeite waard was. Het uitzicht was geweldig, maar de klim verschrikkelijk. Woensdag deed alles nog steeds pijn, het enige wat we konden was een beetje heen en weer waggelen. Toen we 's avonds onderweg waren naar een restaurantje werd ons zo'n tien keer een taxi aangeboden.. Toch ben ik wel blij dat ik het heb gedaan. Ik heb tenminste één keer in mijn leven een vulkaan beklommen en kan nu met zekerheid zeggen dat ik dat nooit meer ga doen!

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!