janique.reismee.nl

Auto huren en Bahía de los Piratas


Vorige week dinsdagmiddag kwam ik aan in Tamarindo, Costa Rica. Tamarindo Beach is de meest toegankelijke locatie langs de noordelijke Pacifische kust van Costa Rica en daarom ook super toeristisch. Er zijn veel luxe resorts en het wordt dan ook Tamagringo genoemd. Eerlijk gezegd vond ik het tegen mijn verwachtingen in heel fijn om ergens te zijn waar het mooi en schoon is en waar een normale supermarkt zit. Leuke afwisseling! Thierry zou 's avonds laat pas aankomen in het hostel. Dat wist hij zelf nog niet, maar ik had dat allang voorspeld en besloot daarom om zelf maar alvast het plaatsje te verkennen! Onderweg kwam ik een groep Israëlische jongens tegen die ik in Nicaragua had leren kennen, dus uiteindelijk heb ik de rest van de dag gezellig met hun doorgebracht.


Donderdagochtend werden we wakker in een donkere, ruime dorm mét airco. Ik opende de deur, hoorde een lekker muziekje en werd verblind door de zon. Het beloofde een goed dagje te worden! Nadat Thierry en ik woensdag de hele dag hadden gesurft en cocktailtjes hadden gedronken op het strand in Tamarindo, wilden we graag wat andere strandjes in de buurt verkennen. We hadden het helemaal uitgestippeld op de landkaart en vroegen daarna aan het meisje dat in het hostel werkte hoe laat we welke bus moesten pakken. De afgelegen strandjes die wij uit hadden gezocht bleken onbereikbaar met de bus en onbetaalbaar met de taxi. Wat doe je dan als backpacker? Juist, een auto huren! Even later reden we, net als alle Amerikaanse toeristen, met onze witte Toyota Yaris in noordelijke richting. We draaiden ergens een onverhard weggetje in die naar de piratenbaai, Bahía de los Piratas, leidde. De baai is vrijwel onbekend, het ligt verscholen tussen de natuur. Afgezien van een handvol locals en een stuk of twintig pelikanen, waren we de enigen op het strand. Thierry kon dus ongegeneerd zijn witte billen laten tannen! Bahía de los Piratas was compleet het tegenovergestelde van het drukke strand in Tamarindo. Het was een super mooi strand met een uitzicht op rotsen ter grootte van kleine eilandjes, die de zee uitstaken. Eén van de rotsen had zelfs een piratenvlag op de top.


Het volgende strand waar we heen wilden was het zogenaamde suikerbroodstrand, Playa Pan de Azucar. Per ongeluk waren we te ver gereden en kwamen we uit op Playa Dantes en Playa Dantita. We hebben even rondgewandeld en hebben uiteindelijk toch nog onze weg naar Playa Pan de Azucar kunnen vinden, waar we romantisch de zonsondergang hebben bekeken. Om de dag goed af te sluiten zijn we op de terugweg nog langs het appartement van een vriend van Thierry gereden. We hadden tenslotte voor 24 uur een auto gehuurd!


De dag erna zijn we, helaas met de bus, naar Playa Flamingo gegaan. Thierry heeft de school waar hij een paar weken Spaanse les heeft gehad even aan mij laten zien en daarna zijn we naar een mooi restaurant met zwembad in de bergen gelopen. Het was zo warm en benauwd, dat we af en toe even de supermarkt in moesten gaan zodat ik mijn hoofd in de koelkast kon steken. Eenmaal aangekomen bij het restaurant sloeg het weer om en begon het super hard te regenen. Het regenseizoen begint en dat was duidelijk te merken.


Zaterdagochtend zijn we de bus richting Sámara ingestapt, een schattig plaatsje aan de Pacifische kust, iets zuidelijker dan Tamarindo. Bij het hostel waar we graag heen wilden hing een bordje naast de poort: Sorry, hostel is full. Shit happens. Uiteindelijk belandden we in iets veel leukers dan een hostel, namelijk de Lo que hay Bar & Taqueria. Een bar en tacorestaurantje op het strand, met een paar kamers. Heel anders dan een hostel, want er waren geen andere backpackers, maar wel heel fijn. We konden zo de zee in rennen! Dat hebben we 's avonds laat dan ook gedaan. Toch wel speciaal zo een strandhuisje. We hebben daarna op het strand lekker vals meegezongen met Nederlandse liedjes, waarvan ik de tekst niet eens ken en daarna nog een glaasje Baileys gedronken bij de strandbar naast ons strandhuisje. Twee dagen ultiem relaxen, dat was het plan.


Zondag hebben we ons netjes aan het plan gehouden en zijn we naar Playa Carillo gegaan, maar maandag besloten we om een uitstapje te maken naar twee watervallen. De eerste waterval was de lelijkste waterval die ik ooit heb gezien, het water was net zo oranje als het water in de Grand Canyon. Hitchhikend gingen we even later richting de andere waterval. We stapten uit in een klein dorpje en vroegen aan de locals welke kant we op moesten. Zelfs met deze aanwijzingen zijn we twee keer verkeerd gelopen. De eerste keer leek het mij een goed idee om de rivier te volgen en de tweede keer leek het Thierry een goed idee om naar de top van de berg te lopen. Thierry waande zich in Zwitserland, maar ik werd er niet echt vrolijk van. We zouden naar een mooie waterval gaan, zodat we lekker konden zwemmen, maar uiteindelijk heb ik een paar uur door de koeienpoep gelopen terwijl Thierry zo'n 32 keer 'Potje met vet' zong. Elke keer in een andere stijl en met danspasjes. Gelukkig is driemaal scheepsrecht, de derde weg die we namen was namelijk wel de goede weg naar de waterval. Zwemmen zat er niet in. Het natuurlijke zwembadje onder de waterval zag er niet fris uit, maar het was wel mooi!


Mijn geweldige reis is alweer bijna tot een einde gekomen. Een goede reden om in huilen uit te barsten, maar een nog betere reden om de laatste paar daagjes optimaal te genieten in Montezuma, waar we gisteravond zijn aangekomen.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!